Een enorm optimaliseringspotentiaal vindt Pfeifer-manager Dietmar Seelos altijd weer in het gereedschapsgebied. Vaak zijn het kwaliteitsverbeteringen die de „oude vos“ in een hogere productwaarde omzet. Als dan uit het nieuwe gereedschap ook nog een tienvoudige standtijd komt - des te beter.

Bij Pfeifer is men steeds aan het optimaliseren, zegt Dietmar Seelos, manager bij Pfeifer Group in Imst: „Je kunt het niet bijhouden. Bij iedere ronde door de productie zie ik verbeteringspotentieel. Men krijgt ook ideeën van buiten, bijvoorbeeld uit de Holzkurier“, geeft hij het vakbad complimenten. Echter, ideeën zijn één ding, men heeft echter ook een sympathieke partner nodig. Die schijnt Pfeifer met Markus Gritsch van de Leitz vestiging Imst gevonden te hebben. Imst is de standplaats voor de verder verwerking in de Pfeifer-Gruppe, men produceert bekistingsplaten en -dragers, 3-laags natuurhoutplaten, 1 laags massiefhout platen, OSB, schaafwaren en de nevenproductie uit de zagerij worden tot pellets en brikketten verwerkt. „In principe een complete waardecreatie keten, wij zijn vooral afnemer van onze eigen zagerij. Een zagerij alleen is in de huidige tijd nauwelijks meer rendabel te maken, iedere extra stap helpt een onderneming zich te verbeteren“, stelt Seelos vast.

Dunsnede zagen besparen geld

Niet altijd zijn de optimalsatiepotentiëlen zichtbaar vanaf het eerste moment, vertelt Leitz-vertegenwoordiger Gritsch: „Een goed voorbeeld daarvoor is het project, dat wij als eerste in het project in Kundl aangingen. Daar heben wij de zaagsneden van 3,5 naar 3,0mm gereduceerd. Deze weg wilden wij ook in andere projectbereiken inslaan. In het natuurhoutplaten - werk zijn wij bijvoorbeeld van 2,7 naar 2,2mm gegaan en bij de middenlagen van 2,8 naar 2,4mm. En ander projecten komen er aan " Hier geldt de balans tussen snijbreedte en stabiliteit te vinden" zegt Seelos uit de praktijk: „Dan is de combinatie van materiaalgebruik en standtijd beslissend. Het baadt niets als wij extreem dunne zaagsnedes hebben, maar niet meer van de plek af komen omdat we ononderbroken zaagbladen wisselen. Het is dus altijd een compromis: in hoeverre heeft het zin de zaagsnede bij een zo hoog mogelijke prestatie te reduceren?“ Materiaalbesparing door dunnere zaagsneden, brengt dat dan zo veel? „Een grondstofbesparing van één of tweetienden klinkt niet veel, maar aan het eind van het jaar betekent dit een duidelijke materiaalhoeveelheid“, antwoordt Seelos. „Daarbij zijn, zoals altijd in de industrie, hoge kwaliteit en hoge doorvoer belangrijk, wat vooral de eisen aan de prestaties en standtijd van gereedschappen betekent.  De deler is altijd hoeveel gedeeld door kosten.“

Hybride = beter kwaliteit + meer standtijd

Soms kunnen grote besparingen ook uit de wens naar een eenvoudige kwaliteitverbetering ontstaan, vertelt Seelos: „Ons waren de hogeslijtage in het bereiek van de (harde) lijmvoegen en daardoor de matige kantenkwaliteit bij de bekistingspanelen al lang een doorn in het oog.“ Leitz loste dat op met de modernste Know-how uit de kozijnindustrie: „Veel innovaties, zoals de nieuwe hybride gereedschappen, komen uit de kozijnindustrie, aangezien daar lange tijden hoge productkwaliteit en standtijden verenigd moeten worden. Intussen worden zulke kwaliteiten ook van houtbouwproducten verlangd. De technologie stelt Leitz ter beschikking, wij passen deze volledig aan aan de vereisten van de houtindustrie“ Dit betekent in een concreet geval: een combinatie van diamant en hardmetaal was de oplossing: „Tot nu toe meenden velen dat diamant en massiefhout niet samen gaan. In deze toepassingen passen zij zeer goed - wij hebben daar waar de grootste belasting is, dus in het beriek van de lijmvoegen, een diamant snede voor het hardmetaal gezet. Dat geeft niet alleen een veel betere snijkwaliteitm omdat de hardmetaalsnede geen inkepingen meer krijgt. Het werkt vooral door op de stilstandtijden.Wij hebben het nagerekend en kwamen op het tienvoudige aan standtijden.“ wat Seelos herkent: „Dat kan men al als succes laten gelden. Vroeger moesten we bij iedere shift het gereedschap wisselen, nu kunnen wij het neiuwe gereedschap meer dan een week gebruiken“ Om zulke succesbelevingen te bereiken, is het samenspel met Leizt belangrijk, knikt hij in de richting van Gritsch: „Wij testen en optimaliseren gezamenlijk."

Optimalisatie als recept voor hogere waardecreatie

In de houtindustrie zijn er voor talrijke probleemstellingen in tussen ook oplossingen, meent Gritsch: „Wij hebben steeds meer mogelijkheden om te optimaliseren. Zelfs bij de schaafmessen – die hebben wij in de totale Pfeifer-Gruppe al lang generaal op gecoate Marathon messen omgezet.“ Industriële eisen zijn zeer hoog, „maar dat kunnen wij, geloof ik, echt goed.“ En hij toont een gecoate vingerlasgarnituur: „Deze is sinds twee jaar in ploegendienst - continue inzet en is tig keer nageslepen“, zegt hij. Slijtage of totaal blauwe tandpunten zijn niet te zien. „Men moet even de aanvoer en de snijsnelheid juist instellen, dan houden zij zich ook bij duurbelasting“, zegt Gritsch. En manager Dietmar Seelos lacht: „Wij zijn met de samenwerking zeer tevreden en hopen ook in de toekomst op succesvolle projecten.“

Bron: "Holzkurier" (Uitgave 08/2020)

NAAR PUBLICATIE (dUITS)

www.holzkurzier.com